|
||||||||
|
Toegegeven, lezer, je moet de muziek van Schotland en zijn eilanden al een beetje volgen om goedkeurend te zitten grommen bij het horen of lezen van de naam van Freeland Barbour en nochtans is hij de voorbije decennia één van de bepalende figuren geweest in het overeind blijven van de traditionele Schotse muziek. De man is een echte multi-instrumentalist, die niet alleen alle mogelijke varianten van de accordeon beheerst -of ze nu drie of vijf rijen knoppen hebben, dan wel of het draagbare piano(s, melodeons of concertina’s, of ze nu elektronisch aangestuurd worden, dan wel oer-akoestisch werken, het maakt Barbour niet uit. Net zo min trouwens als hij er zijn hand voor omdraait om fluit te gaan spelen, of akoestische gitaar, elektrische bas, bouzouki, mandoline, citer of cuatro: geef het de man in de handen en binnen de kortste keren komt er muziek uit. Hij was dan ook leidende figuur in The Occasionals en bij de Wallochmor Ceilidh Band, die beide de Ceilidh-traditie mee in stand hielpen houden, al bleef dat toch voornamelijk een Schotse binnenlandse aangelegenheid. Dat lag dan weer enigszins anders met de groep Silly Wizard, waar Freeland een kleine twee jaar deel van was: die band, met onder meer Phil en Johnny Cunningham, was in de seventies razend populair en speelde zelfs af en toe in onze Lagelanden-contreien, zoals dat ook het geval was met The Ghillies. Als je zo lang meedraait, betekent dat haast onvermijdelijk dat je zo’n beetje een Godfather wordt van de scene waartoe je behoort. Als je daarbij ook nog eens een componist blijkt te zijn, die meer dan gemiddeld productief is, dan melden de kandidaten die met jou willen samenspelen, zich als vanzelf aan en als je bovenop dat alles ook nog eens een trouwe vriend bent, dan kun je, zoals Freeland Barbour, te allen tijde een beroep doen op de beste muzikanten waarmee je in de loop der tijden samengespeeld hebt. In het geval van deze plaat, zijn dat violiste Alison Smith, zowat het ijkpunt voor alle Scottish Dance fiddlers en metgezellin van Barbour in The Occasionals en als duo. Haar collega Ian Hardie was jarenlang een vaste duo-gezel van Freeland en bandlid van zowel The Ghillies en The Occasionals. Daar zat ook heel lang en heel vaak Iain Fraser in, al net zo goed een trouwe compagnon de route voor Freeland en het lijdt geen twijfel dat de vier zich met evenveel enthousiasme als deskundigheid doorheen de 21 nummers werken, die de playlist vormen voor deze plaat, die net iets minder dan een uur duurt. Sie playlist is een mix van traditionals en composities van de hand van Barbour of, zoals in het geval van “The Lads wi’The Delicate Ears” of “The Dark Island”, mensen als Iain MacLachlan ofJohn Wilson, die in een niet eens zo ver verleden hun stempel drukten op de Schotse muziek en omwille daarvan door Barbour bewonderd worden. Een beetje een bijzonder statuut geniet de Ian Hardie-compositie “Highland Area’s Salute to the ICAS”, een gelegenheidsnummer dat in 2004 gemaakt werd voor de 150ste verjaardag van de Vereniging van erkende Accountants van Schotland: dit is de ultieme uiting van wat folkmuziek betekent: het is de begeleiding van wat voor Het Volk belangwekkende gebeurtenissen zijn. Daarin zit de sterkte van een plaat als deze: ze documenteert heel knap de activiteiten van iemand die al vijftig jaar deel uitmaakt van een levendige scene, die tegelijk de bewaarder is van de erfenis uit het verleden, maar met twee volle, ferme voeten in de realiteit van vandaag staat. Deze muziek ademt, leeft en danst als een jonge deerne, die zich erg goed bewust is van haar afkomst en de geschiedenis van haar voorouders. Heerlijke folkmuziek is dit! (Dani Heyvaert)
|